
Hulshorst, Harderwijkerweg 388 Landgoed Groeneveld
Het monumentale landhuis Groeneveld werd omstreeks 1869 gebouwd in een mengstijl van neoclassicisme en eclecticisme met invloeden van de Amerikaanse neokoloniale stijl.
Deze ongewone combinatie van bouwstijlen maakt Groeneveld tot een voor Hulshorst zeer bijzonder gebouw.
Het huis maakt deel uit van het landgoed Groeneveld, waartoe ook een koetshuis/tuinmanswoning (nummer 390),
een transformatorhuisje (nr 400) en boerderij De Haring (Potbrummel 15) behoren.
De tuinaanleg, met onder meer monumentale rode en groene beuken, rododendrons, diverse zeldzame bomen en een vijverpartij, werd ontworpen door de bekende tuinarchitecten J.D. en J.P. Zocher.
Landhuis en tuin moeten beschouwd worden als een onlosmakelijke eenheid met een grote landschappelijke waarde.
Het statige landhuis met witgepleisterde gevels telt twee bouwlagen onder een met shingles gedekt, afgeknot schilddak.
De symmetrische, naar de weg gerichte voorgevel wordt gedomineerd door een hoog opgaand driezijdig middenrisaliet, waarvoor een veranda met daarop een balkon is geplaatst.
De overkapping van deze veranda steunt op ranke, gietijzeren zuiltjes. De portes brisées op de begane grond zijn voorzien van een roedenverdeling, evenals de porte brisée van het balkon en de vensters op de verdieping, die in het middenrisaliet zijn voorzien van persiënnes.
De serre links werd in 1934 aangebouwd in opdracht van de toenmalige eigenaar van het landgoed, de bankier R. van Osselen.
Het interieur bevindt zich voor een groot deel nog in oorspronkelijke staat. Achter het driezijdige risaliet bevindt zich op beide bouwlagen een achthoekige salon. Een van de andere kamers op de begane grond heeft vijf op linnen aangebrachte wandschilderingen van de Dordtse schilder Van Strij en zijn afkomstig uit een huis in Dordrecht.
(Bron: Gemeente Nunspeet)










De huidige buitenplaats Groeneveld ligt ten noorden van de voormalige Bovenweg, thans Harderwijkerweg. De buitenplaats is ontstaan uit de samenvoeging van twee kleine landgoederen: de Haring (met de boerderijen Molensteede en de Zwaan) en Groeneveld (met de boerderij De Wijnberg). Landgoed De Haring was de oudste. Die naam is al omstreeks 1775 bekend. In 1802 blijkt daar een ‘Heere Huis’ te staan. Ook was er vermoedelijk sprake van een klein landschapspark, want in 1821 wordt bij een houtverkoping een ‘slingerbosch op den Haring’ vermeld. Op de kadastrale minuut van omstreeks 1832 voor Hulshorst staat bij de naam Haring een huis afgebeeld. Ten noorden en zuiden daarvan lagen de ’tuinen’. Eigenaar was Pieter Christiaan Bondam, advocaat te Kampen. Bondam verkocht zijn bezit in 1859 aan Mevrouw Cornelia de Meester- Kallenberg van den Bosch. Het buitenplaatsje Groeneveld wordt voor het eerst in 1843 genoemd. Cornelia de Meester wist Groeneveld in 1855 te verwerven. Toen hofstede de Zwaan in 1863 ook aan het bezit van De Meester kon worden toegevoegd, lag de weg open tot de stichting van een nieuwe buitenplaats. Dat gebeurde pas in 1869 toen Floris Adriaan van Hall, Maurits Cornelis van Hall en diens schoonvader Jan Cremer Eindhoven eigenaars werden. Gedrieën lieten zij de oude gebouwen afbreken, een nieuw huis Groeneveld bouwen en een nieuw park aanleggen waarbij elementen uit de oude aanleg van Groeneveld, De Zwaan en De Haring werden opgenomen. De grootste veranderingen voltrokken zich aan de zuidzijde. Hier kwam een gazon met serpentinevijver met een brug aan de westelijke uitloper. Aan de noordzijde van het huis bleef de oude structuur vrijwel geheel bestaan.
De eerste kaart waar de landschappelijk aanleg op voorkomt dagtekent van 1872. Hierop staat het huis aangegeven op een verhoging met uitzichten over de serpentinevijver tussen twee boomgroepen door naar de straatweg. Het huis is vanaf de weg te bereiken via twee gebogen oprijlanen door een bosachtig terrein. Het zuidelijk gedeelte van het park bestaat uit een gazon met boomgroepen en een serpentinevijver. Achter het huis loopt een aantal lanen in noordelijke richting, die voor een deel het kavelpatroon volgen en voor een deel als een slinger zich er tussen door buigen. Hier liggen de nutsgronden van de buitenplaats als moestuin en boomgaard. In 1921/1922 werd het koetshuis annex garage gebouwd dat later als tuinmanswoning zou dienen.
Blijkens een kadastrale kaart uit 1918 en duidelijker op de topografische kaart van 1932 blijkt de situatie te zijn gewijzigd. Aan de zuidkant is de serpentinevijver verlengd, het padenpatroon is geïntensiveerd: er is een wandeling rond de vijver gemaakt. Het ruime uitzicht vanaf het huis op de weg is met boomgroepen en heesterpartijen dicht gezet. Vanuit het huis loopt een wandeling via een brug over de vijver. Deze situatie, met uitzondering van de brug over de vijver, bestaat nog steeds.
De kunstverzamelaar C. van der Feer Lader kocht Groeneveld in 1925 en zorgde er onder andere voor dat Hulshorst in 1930 de beschikking kreeg over elektriciteit. Het hiervoor gebouwde transformatorhuisje staat nog steeds op de buitenplaats bij de ingang van de linker oprijlaan. In later tijd werden de toegangshekken en muren aan de west- en oostzijde aangebracht.
Aan de noordkant van het huis is in het terrein volgens de kaart van 1932 niet veel veranderd ten opzichte van de voorgaande situatie. De rechte lanen van het oude kavelpatroon zijn nog steeds aanwezig. De laan die op het huis aanloopt is met eiken beplant. In het noordelijk deel liggen een door een muur (?) afgescheiden moestuin en een boomgaard. Het huis wordt verbouwd in 1934, de moestuin gereorganiseerd in 1941. In de periode 1949-1955 is een aantal wijzigingen door tuinarchitecte Mien Ruys doorgevoerd. Het huis en de tuinmanswoning werden in de jaren zeventig van de 20ste eeuw wederom verbouwd.
In een deel van de oude moestuin ligt nu een zwembad. Deze valt buiten de bescherming. De voormalige tuinmanswoning en de garage van gepotdekselde delen vallen, wegens te geringe architectonische waarden eveneens buiten de bescherming.
Het complex bevat de volgende onderdelen: HOOFDGEBOUW (Huis Groeneveld) (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TRANSFORMATORHUISJE (3), BAKSTENEN MOESTUINMUUR MET BROEIBAKKEN (4), WATERPUT (5). Op de bijbehorende kaart is de omgrenzing en de globale situering van de verschillende onderdelen aangegeven.
Waardering
De buitenplaats Groeneveld is van algemeen belang – wegens de ouderdom – als goed voorbeeld van een 19de-eeuwse buitenplaats waarbij de twee componenten, nut en sier, een belangrijke en herkenbare rol spelen – als voorbeeld van een goed bewaarde landschappelijke aanleg voor het huis – als een van de buitenplaatsen langs de Zuiderzeestraatweg
(bron: Monumenten.nl)